Ouderlijk gezag

l.scheepens • December 25, 2020

Gezamenlijk of alleen

Ouders die gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, krijgen automatisch het gezamenlijk ouderlijk gezag over de kinderen die tijdens het huwelijk/geregistreerd partnerschap worden geboren.De ongehuwde partner van de moeder die zijn of haar kind erkent, verkrijgt niet automatisch het gezag. In 2020 is er een wetsvoorstel ingediend voor het invoeren van gezamenlijk gezag door erkenning. Door erkenning zou dan voortaan automatisch het gezamenlijk gezag ontstaan voor samenwoners.


Bij echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap blijven de ouders samen belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen.

Ouders blijven na de scheiding samen verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. Belangrijke beslissingen ten aanzien van de minderjarige kinderen zullen de ouders gezamenlijk moeten nemen. Belangrijke beslissingen zijn bijvoorbeeld het al dan niet ondergaan van een medische behandeling door een kind, keuze voor een bepaalde school, maar ook een verhuizing kan daartoe worden gerekend. Soms is het lastig voor ouders om daarover samen beslissingen te nemen, zeker wanneer de oudercommunicatie verstoord raakt.

Bij het verzoek tot echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap dient aan de rechtbank een ouderschapsplan te worden overgelegd. In het ouderschapsplan worden afspraken gemaakt tussen de ouders met het oog op het gezamenlijk gezag. Er staat bijvoorbeeld in hoe, wanneer en waarover de ouders met elkaar zullen overleggen.

Het is niet mogelijk om zelf te beslissen over het ouderlijk gezag door in het ouderschapsplan op te nemen dat na de scheiding één van de ouders zal zijn belast met het eenhoofdig gezag. Daarover beslist de Rechtbank. De ouders of één van de ouders kunnen de Rechtbank wel verzoeken om één van beiden met het eenhoofdig ouderlijk gezag te belasten. De Rechtbank zal daarbij het belang van het kind voorop stellen.

Een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag kan in de echtscheidingsprocedure worden gedaan, maar ook na de echtscheiding bij de Rechtbank worden ingediend, met een advocaat.

De moeder krijgt bij de geboorte van het kind automatisch het ouderlijk gezag. De vader, die niet met de moeder is gehuwd of een geregistreerd partnerschap heeft, krijgt dit pas, indien hij het kind heeft erkend en gezamenlijk met de moeder het gezamenlijk ouderlijk gezag aanvraagt. Dat kan dus op een eenvoudige manier, zonder hulp van een advocaat. Indien de moeder weigert om het gezag te delen, kan de vader wel met tussenkomst van een advocaat de Rechtbank verzoeken om hem met het (gezamenlijk) gezag te belasten. Indien de moeder geen toestemming geeft voor de erkenning dient eerst op het verzoek tot vervangende toestemming voor de erkenning te worden beslist.

Of er sprake is van gezamenlijk gezag kan worden gecheckt in het gezagsregister dat wordt bijgehouden door de Rechtbank in de regio waar het kind is geboren.

Een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag van gezamenlijk naar eenhoofdig of andersom, dient goed met feiten en omstandigheden te worden onderbouwd. Een slechte oudercommunicatie is niet voldoende. Ook een verhuizing naar het buitenland van één van de ouders hoeft geen reden te zijn om het gezamenlijk gezag te beëindigen. Overleg is dan nog steeds mogelijk.

Als het niet mogelijk is om samen een belangrijke beslissing te nemen, hetgeen er bijvoorbeeld toe kan leiden dat een kind niet kan worden ingeschreven op een bepaalde school, dan kan de rechter, met tussenkomst van een advocaat, worden gevraagd om die beslissing te nemen. Het niet samen een belangrijke beslissing kunnen nemen, kan een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk gezag dus niet zondermeer voldoende onderbouwen. Indien echter blijkt dat ouders elkaar dwarsbomen en daarbij het belang van het kind uit het oog verliezen of wanneer één van de ouders onbereikbaar is voor overleg kan de rechter het gezamenlijk gezag veranderen in eenhoofdig gezag.

detective
By l.scheepens November 14, 2025
De kosten voor het inschakelen van een detective/recherchebureau kunnen behoorlijk oplopen. Dat doe je dus eigenlijk alleen maar als er iets mee te winnen valt. In het kader van de alimentatieverplichting kan het inschakelen van een detective winst opleveren. Volgens artikel 1:160 BW vervalt het recht op partneralimentatie niet alleen als er sprake is van hertrouwen van de alimentatiegerechtigde, maar ook als die gaat samenwonen als ware zij/hij gehuwd. Dat laatste wordt niet snel toegegeven. En als het niet wordt erkend dan moet dat door degene die stelt dat er sprake is van samenwonen worden bewezen. Daartoe kan een rapport van een recherchebureau dienen. In een zaak die diende bij de rechtbank Gelderland had de man om vaststelling van partneralimentatie gevraagd. De vrouw beriep zich op artikel 1:160 BW. Volgens haar woonde de man sinds het uiteengaan van partijen samen met zijn nieuwe partner X als waren zij gehuwd. Ter onderbouwing van die stelling heeft de vrouw een rechercherapport van [detectivebureau] overgelegd. De vrouw verzocht de rechtbank het verzoek van haar ex af te wijzen en hem te veroordelen in de kosten van het rechercherapport ad (afgerond) € 13.000. De man erkende dat hij een duurzame affectieve relatie had met X maar niet dat hij zou samenwonen. Hij bracht naar voren dat X een eigen huis had en hij ook. De rechtbank overweegt als volgt. Bij de invulling van het vereiste samenwonen moet aansluiting worden gezocht bij de moderne maatschappij. Het feit dat de man en X beiden nog een eigen woning aanhouden, hoeft op zichzelf niet uit te sluiten dat sprake is van samenleven als gehuwden (HR 19 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ7380 ). Voor het aannemen van samenwoning moet wel duidelijk zijn dat het zwaartepunt van het verblijf in één van de twee woningen ligt, dan wel dat betrokkenen het grootste deel van de tijd bij elkaar doorbrengen, wisselend in de ene en de andere woning. Uit het overgelegde rechercherapport blijkt dat de man en X gedurende de gehele observatieperiode in de woning van de man aanwezig waren, zowel samen als afzonderlijk van elkaar. Zij hebben elkaars huissleutel, doen samen boodschappen, gaan samen winkelen, rijden samen in de auto van de man en hebben samen de tuin versierd met kerstverlichting. De man heeft slechts in het algemeen betwist dat hij samenwoont en aangevoerd dat het rechercherapport ‘niet deugt’ en jegens hem ‘onrechtmatig’ is. Het lag echter op zijn weg om hetgeen door de vrouw gemotiveerd is gesteld in voldoende mate te betwisten. De man heeft geen enkel inzicht gegeven in hoe hij en X het leven met elkaar vormgeven, zoals inzicht in hoe vaak zij wel of niet bij elkaar zijn. De man heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij en X allebei beschikken over een eigen woning, zoals afschriften van bankrekeningen waaruit blijkt dat zij ieder hun eigen woonkosten betalen, of de jaarafrekeningen van het stroom- en gasverbruik in beide woningen sinds december 2022. Ook heeft de man geen financiële stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij niet samenwoont, zoals een uitkeringsspecificatie waaruit zou blijken dat hij een AOW-uitkering krijgt voor een alleenstaande. Voorts had het op de weg van de man gelegen om de stelling dat er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding voldoende te betwisten, door te stellen - en zo nodig te onderbouwen - dat hij voor eigen rekening boodschappen doet. De rechtbank concludeert dat de man met X samenwoont als ware hij gehuwd in de zin van artikel 1:160 BW. De rechtbank acht bewezen dat de samenwoning in ieder geval sinds december 2022 bestond, omdat dit niet voldoende is betwist. Dat betekent dat de eventuele aanspraak van de man op een partnerbijdrage al was geëindigd op het moment dat hij het verzoekschrift tot vaststelling van partneralimentatie indiende. De rechtbank wijst het verzoek van de man af. Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW kunnen de kosten voor het inschakelen van een detectivebureau voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvoor is vereist, zo volgt uit vast jurisprudentie, dat (1) een sine qua non-verband bestaat tussen de aansprakelijkheid scheppende gebeurtenis en de kosten, (2) de kosten in zodanig verband staan met die gebeurtenis dat zij, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en de schade, aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend, (3) het redelijk was om in verband met een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van die gebeurtenis deskundige bijstand in te roepen en (4) de daartoe gemaakte kosten redelijk zijn. Volgens de rechtbank is hier aan deze voorwaarden voldaan. Immers, indien de man niet was gaan samenwonen met X als ware hij gehuwd en vervolgens een verzoek tot partneralimentatie had ingediend, dan had de vrouw het detectivebureau niet ingeschakeld. De kosten daarvan staan in zodanig verband met de samenwoning van de man, dat deze aan hem kunnen worden toegerekend, die geen melding heeft gemaakt van de samenwoning. Gelet op de zware stelplicht en bewijslast die in het kader van artikel 1:160 BW op de vrouw rust, was het redelijk om deskundige bijstand in te roepen. Voorts acht de rechtbank de door de vrouw aangetoonde kosten van het detectivebureau redelijk, gelet op de omvang van het onderzoek en het rapport. Nu de vrouw deze kosten genoegzaam heeft aangetoond met gespecificeerde nota's, wijst de rechtbank het verzochte bedrag toe. Rechtbank Gelderland 20 oktober 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:8769
By l.scheepens September 22, 2025
Ben je verplicht om meer te gaan werken als je parttime werkt en je wilt aanspraak maken op partneralimentatie?
By l.scheepens September 18, 2025
Moet bij de vaststelling van alimentatie rekening worden gehouden met dividend als inkomen wanneer de aandelen zijn overgenomen tegen betaling van een vergoeding
By l.scheepens September 10, 2025
wat als je afspraken maakt in een convenant en deze worden niet nagekomen?
By l.scheepens September 9, 2025
Zitten er ook nadelen aan mediation? Wie schakel je het beste in als je wilt scheiden? een echtscheidingsadvocaat of een mediator? Wat zijn de verschillen tussen een advocaat en een mediator en waar moet je op letten?
By l.scheepens September 5, 2025
Wat zijn de voordelen van mediation ten opzichte van de echtscheidingsprocedure bij de rechtbank?
By l.scheepens September 2, 2025
Een alsof-beding is een finaal verrekenbeding waarbij echtgenoten zich verplichten om bij einde huwelijk af te rekenen alsof ze in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het is een huwelijkse voorwaarde die ervoor zorgt dat partijen ieder recht hebben op de helft van de totale waarde van bezittingen minus schulden. Er vindt dus verrekening plaats, in geld. Geen verdeling. Er verandert niets in de eigendom. En toch kunnen ook hier vergoedingsrechten ontstaan, zoals die ook kunnen ontstaan wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij de algehele gemeenschap kan er immers ook sprake zijn van privévermogen. Denk bijvoorbeeld aan de schenking onder uitsluitingsclausule die niet in de gemeenschap valt. Zo kwam het Gerechtshof Amsterdam op 4 februari 2025 tot het oordeel dat er een vergoedingsrecht ontstaat wanneer er investeringen zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. Partijen waren met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Zij hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en overeengekomen dat zij bij het einde van hun huwelijk hun vermogens met elkaar zullen verrekenen alsof zij in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd. Een aantal goederen waren van die verrekening uitgesloten. De man wil een aantal investeringen die hij heeft gedaan in de woningen van partijen vergoed krijgen. Het hof overweegt dat de vraag of partijen door voor de verrekening aan te sluiten bij de regels voor de wettelijke gemeenschap van goederen, ook hebben beoogd vergoedingsrechten in het leven te roepen, een kwestie is van uitleg van de huwelijkse voorwaarden (Hoge Raad 7 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1389). In beide gevallen geldt echter dat pas een vergoedingsrecht ontstaat wanneer de investeringen die zijn gedaan, door hem zijn gedaan met vermogen dat niet tot het te verrekenen vermogen behoort. De man moet stellen en onderbouwen dat hij de investeringen uit niet te verrekenen vermogen heeft betaald. Omdat de man er niet in slaagt zijn investeringen aan te tonen worden de door hem verzochte vergoedingen door het hof afgewezen. De uitspraak van het hof Amsterdam is terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:GHAMS:2025:496 .
By l.scheepens August 5, 2025
Gaat de alimentatie voor een minderjarig kind voor op de bijdrage voor een meerderjarig kind?
By l.scheepens August 2, 2025
de investering in de gemeenschappelijke woning halveert na het huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
By l.scheepens August 2, 2025
kinderalimentatie op basis van een redelijkerwijs te verdienen inkomen
meer blogs