Het is een misverstand dat kinderen vanaf 12 jaar zelf mogen beslissen bij wie ze gaan wonen na de scheiding. Kinderen worden gehoord. Maar dat betekent niet dat ze zelf kunnen kiezen. De kinderen krijgen in zaken waarin op verzoek van (één van) de ouders beslist wordt over de verdeling van de zorg (de omgang) een uitnodiging om hun zegje te doen. Dat kunnen ze schriftelijke doen, maar kinderen kunnen er ook voor kiezen om zelf persoonlijk het gesprek aan te gaan met de kinderrechter. In de wet staat dat kinderen vanaf 12 jaar gehoord moeten worden en dus krijgen de kinderen tussen 12 en 18 jaar een oproep voor een kindgesprek. Het wordt ook wel kinderverhoor genoemd, maar het is een informeel gesprek waarin de kinderen hun mening kunnen geven over wat hen aangaat. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen ook gehoord worden, maar dat gebeurd zelden. In zaken waarin dat nodig zou kunnen zijn wordt vaak een opdracht gegeven tot een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Meestal speelt er dan maar dan alleen in een kindgesprek aan de orde kan komen. Bovendien is het belastend voor een kind van jonge leeftijd om te worden gehoord, zeker wanneer daaraan strijd tussen de ouders voorafgaat en een kind last krijgt van een loyaliteitsconflict.
In echtscheidingen waarin minderjarige kinderen zijn betrokken en de ouders samen het gezag hebben, dient bij het verzoekschrift tot echtscheiding ook een ouderschapsplan te worden overgelegd aan de rechtbank. Na het indienen van het verzoekschrift tot echtscheiding komt er dus een persoonlijke uitnodiging gericht aan de kinderen vanaf 12 jaar op het adres waar ze verblijven. Aan kinderen vanaf 16 jaar wordt ook hun mening gevraagd over de kinderalimentatie. Kinderen mogen aangeven of hetgeen zij vertellen aan de rechter ook mag worden gedeeld met de ouders. Dat levert nogal eens verrassingen op. Het horen van de kinderen gaat buiten de ouders en hun advocaten om. Bij sommige rechtbanken worden de kinderen voorafgaand aan de zitting gehoord en dat levert soms pijnlijke situaties op als beide ouders op de gang wachten, op afstand van elkaar. Voor de ouders maar zeker ook voor de kinderen kan dat heel vervelend zijn. Zeker als er niet eens gegroet wordt. Het gerechtsgebouw en de aanwezigheid van de advocaten in toga op de gang, maken indruk. Gelukkig zijn er ook rechtbanken die het kindgesprek op een andere dag (niet zijnde de zittingsdag) of een ander tijdstip inplannen.
Hoe ouder kinderen zijn des te meer geldt hun eigen mening over hoe de regeling zou moeten zijn. Een kind van 16 jaar kan natuurlijk heel goed zelf aangeven welke vakantieregeling aansluit bij de eigen behoefte. Als kinderen ouder zijn krijgen ze hun eigen bezigheden waarmee rekening gehouden moet worden.
De rechter houdt natuurlijk altijd rekening met hetgeen de kinderen verteld hebben, bij het nemen van de beslissing als de ouders het niet eens worden. Maar ook als de ouders het wel eens zijn geworden en er een ouderschapsplan ligt, worden de kinderen gehoord. Dat kan er toe leiden dat aan de ouders zelf nog vragen worden gesteld waarom zij hebben gekozen voor een bepaalde regeling. Het is dus niet zo dat de kinderen niets te vertellen hebben. Maar zelf kunnen kiezen vanaf 12 jaar, is een fabeltje.