Al geruime tijd is er een wetsvoorstel in behandeling dat ervoor moet gaan zorgen dat de alimentatieduur aanzienlijk wordt verkort.
De hoofdregel op dit moment is dat er gedurende een periode van twaalf jaar partneralimentatie betaald moet worden, te rekenen vanaf het moment dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Op deze hoofdregel gelden een aantal uitzonderingen. Bij een kinderloos huwelijk dat korter dan vijf jaar heeft geduurd wordt de duur van de partneralimentatie beperkt tot de duur van het huwelijk. Zijn partijen korter dan vijf jaar gehuwd, maar hebben zij samen wel kinderen, dan geldt toch de periode van twaalf jaar voor de partneralimentatie.
Verkorting duur partneralimentatie
In plaats van twaalf jaar wordt de termijn voor partneralimentatie naar verwachting maximaal vijf jaar.Zo ver is het nog niet. In rechte wordt soms al wel een beroep gedaan op de vijfjaar-termijn. De rechter kan echter niet vooruitlopen op nieuwe wetgeving. Wel wordt steeds vaker uitgegaan van de verdiencapaciteit van de degene die recht heeft op alimentatie, de onderhoudsgerechtigde. Ook als de verdiensten van de onderhoudsgerechtigde op het moment van de echtscheiding nog niet voldoende zijn om in eigen levensonderhoud te voorzien, kan in de echtscheidingsbeschikking worden vastgelegd dat de capaciteit er is om meer verdiensten te krijgen op termijn. Op die manier wordt de onderhoudsgerechtigde aangespoord om zich in te spannen te gaan werken of de werkzaamheden uit te breiden.
Ook in het wetsvoorstel wordt rekening gehouden met kinderen. Een uitzondering wordt namelijk gemaakt wanneer de kinderen jonger zijn dan twaalf jaar. De verzorgende ouder zal immers werk en zorg moeten kunnen combineren en in die situatie past het niet om de alimentatietermijn terug te brengen naar 5 jaar.
Kunt u nu ook al iets doen?
Maar wanneer er geen jonge kinderen zijn heeft het ook nu al zin om de verdiencapaciteit aan de orde te stellen in een vroeg stadium bij de echtscheiding of in een later stadium bij een verzoek tot wijziging van de eerder vastgestelde partneralimentatie. Wanneer er sprake is van een wijziging van omstandigheden, bijvoorbeeld daling van het inkomen aan de zijde van de onderhoudsplichtige, kan tevens aandacht worden geschonken aan de verdiencapaciteit van de onderhoudsgerechtigde. Gevraagd kan worden naar de inspanningen die zijn verricht om aan werk te komen of het werk uit te breiden. Zeker wanneer in een eerder stadium al is gewezen op de verplichting om op termijn in eigen levensonderhoud te voorzien. In dat opzicht is er inmiddels wel een ontwikkeling gaande die er op wijst dat ook rechters de maatschappelijke opinie volgen die uiteindelijk aanleiding is geweest voor het wetsvoorstel tot verkorting van de alimentatietermijn.