Gezag betekent dat er zorg wordt gedragen voor de verzorging en opvoeding van een minderjarig kind. Gezag, uitgeoefend door een ouder, heet ouderlijk gezag. Voogdij is gezag dat wordt uitgeoefend door een ander dan de ouders. Bijvoorbeeld na het overlijden van één of beide ouders. Of als de ouders het gezag (tijdelijk) niet kunnen uitoefenen. Tot 2014 kon je alleen maar bij de notaris een voogd benoemen (testamentaire voogdij). Door een wijziging van de wet kun je de voogdij nu online met je DigiD vastleggen in het gezagsregister. Dat kan pas na de geboorte van het kind. Je regelt het op de website
www.rechtspraak.nl De door de ouders aangewezen voogd hoeft geen toestemming te geven voor de aanwijzing in het gezagsregister. Pas als de beoogde voogd daadwerkelijk wordt gevraagd om de voogdij uit te oefenen, kan deze besluiten om het voogdijschap niet te aanvaarden.
Ook twee niet-ouders kunnen gezamenlijk het gezag uitoefenen. De voogden dienen een goede persoonlijke band te hebben met het kind. Het kind moet kunnen opgroeien in een veilige en vertrouwde omgeving bij beide voogden. De rechter beoordeelt dit per geval. Kinderen van 12 jaar of ouder worden altijd door de rechter gehoord.