Bij echtscheiding gaan partijen die zijn gehuwd in (beperkte) gemeenschap van goederen, meestal direct over tot verdeling van de gemeenschap. Afspraken die daarover worden gemaakt, kunnen worden vastgelegd in een convenant (overeenkomst). Op verzoek van (één van) partijen kan ook de rechter de verdeling vaststellen op basis van wat partijen aandragen. Het kan natuurlijk voorkomen dat een bestanddeel van de gemeenschap wordt vergeten, bijvoorbeeld een polis van kapitaallevensverzekering. Ook als het convenant al is ondertekend of de rechter zijn uitspraak al heeft gedaan dan nog is het mogelijk om alsnog verdeling van het vergeten goed te verlangen, zelfs al eindigt het convenant met de bepaling dat partijen elkaar over en weer algehele kwijting verlenen. De algehele kwijting die partijen elkaar hebben verleend is beperkt tot de rechten en verplichtingen die in de overeenkomst zijn genoemd. Aan het recht op verdeling is geen termijn gekoppeld. Van verjaring of verval van het recht op verdeling is dus geen sprake. Bij sommige zaken kan men zelfs niet om de verdeling heen. Zo zal de verzekeraar bij een polis van een kapitaallevensverzekering twee handtekeningen vragen.