|
Na het einde van de relatie publiceert de vrouw een video op
TikTok over haar relatie met de man. Daarin vertelt zij onder meer dat zij tijdens
de relatie erg jong was, dat ‘de lieve’ M plotsklaps omsloeg in ‘een
gemeen en toxic vriendje’
en dat zij meisjes ‘van 15, 16, 17, misschien
nog wel jonger’ wil beschermen tegen ‘dit soort zielige, veel te oude
ventjes’. De man is verslaggever, heeft voor de televisie gewerkt en maakt tegenwoordig een
online programma. De man vordert veroordeling van de vrouw tot betaling aan hem van € 7.500 aan materiële
schadevergoeding en € 17.500 aan immateriële schadevergoeding. Volgens de man heeft de vrouw onrechtmatig jegens hem gehandeld door onjuiste, belastende
informatie over hem te verspreiden, waardoor zijn goede naam is geschaad. De kantonrechter oordeelt dat reeds vanwege de inhoud van de twee filmpjes
sprake is van een onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). De
filmpjes hebben een groot bereik gehad en roepen het beeld op van iemand die
zich op onfatsoenlijke wijze aan minderjarige meisjes opdringt, terwijl uit
de stukken niet is gebleken dat de man dit daadwerkelijk doet of deed. Daarom is
het des te ernstiger dat in de filmpjes zelfs de suggestie wordt gewekt dat
er sprake zou zijn van strafrechtelijk ontoelaatbaar handelen. Voor zover de vrouw zich dit laatste niet al heeft gerealiseerd, had zij zich in elk geval moeten
realiseren dat filmpjes met een dergelijke inhoud, zeker in de huidige
tijdsgeest, tot grote onrust en tot schade bij de man zouden kunnen leiden,
helemaal omdat de man een BN’er is. Als aangenomen zou moeten worden dat de vrouw meende
‘slechts’ haar eigen ervaring te delen, geldt dat zij door de manier waarop
zij dat heeft gedaan, onrechtmatig heeft gehandeld. De vrouw betoogt dat zij in de filmpjes niet heeft gezegd dat zij ‘ten tijde
van’ haar relatie met de man zeventien jaar oud was, dat zij nooit zijn
achternaam heeft genoemd en dat zij nooit een oproep heeft gedaan aan
jonge meisjes om zich te melden met negatieve ervaringen over de man. Voor zover de vrouw hiermee bedoelt dat zij deze dingen niet letterlijk heeft gezegd, gaat zij
eraan voorbij dat dat niet is waar het om gaat. Het gaat erom (zoals de vrouw wist,
of in elk geval had moeten bedenken) hoe anderen (lees: de kijkers) de inhoud
van haar video’s zouden opvatten. Het is onmiskenbaar dat de filmpjes over de man gaan en dat de vrouw hem verwijt dat zij nog maar 17 jaar oud was toen de man en zij een
relatie kregen. Dat laatste is ook nog eens in strijd met de waarheid: de vrouw was
18 jaar toen zij en de man voor het eerst afspraken. Van enig noemenswaardig
contact voor die tijd is niet gebleken.
De video’s raken een uiterst gevoelig onderwerp (het maken van misbruik – al
dan niet seksueel – van jonge en zelfs minderjarige personen door een oudere
persoon). Het onderwerp ligt des te gevoeliger gelet op de positie van de man als
BN’er en de actuele (terechte) maatschappelijke verontwaardiging over dit
onderwerp. Uit overgelegde producties kan worden afgeleid dat de vrouw zich dit
heeft gerealiseerd, maar zich daardoor niet heeft laten weerhouden (en dat
zij er zelfs op uit was om de man – in haar eigen woorden – ‘kapot te maken’).
Mogelijk is ook dat de vrouw zich (de omvang van) de gevolgen van haar handelen
onvoldoende heeft gerealiseerd, maar als dat het geval is, geldt dat zij dat
wel had moeten doen en dat het voor haar rekening komt dat zij dat niet heeft
gedaan. De vrouw heeft op geen enkel moment laten blijken dat zij zich ervan bewust
is dat online materiaal met een dergelijke suggestieve lading gevolgen kan
hebben voor de persoon over wie het gaat, óók als die persoon niet letterlijk
wordt genoemd, of als beschuldigingen niet letterlijk worden uitgesproken. De
kantonrechter wijst de vordering toe, zij het tot een bedrag van € 7.500.
Het zwart maken van je ex via Social Media kan je dus duur komen te staan. Niet alleen omdat het een onrechtmatige daad kan opleveren waardoor je veroordeeld kunt worden om de daardoor geleden schade te vergoeden. Het zwart maken kan ook gevolgen hebben voor de partneralimentatie waarover ik in een andere blog schrijf. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 oktober 2023 en terug te vinden onder kenmerk: ECLI:NL:RBROT:2023:9908
|