De rechtbank Rotterdam heeft op 21 oktober uitspraak gedaan in een zaak waarin was gesjoemeld met bewijsstukken.
Partijen waren gehuwd geweest en bij de rechtbank was eerder een volledige regeling tot stand gekomen ter afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De vrouw start daarna een procedure tegen de man omdat volgens haar de saldi van een spaarrekening en een
beleggingsrekening bij de echtscheiding niet goed zijn verrekend, omdat de man de
dagafschriften van die rekeningen heeft vervalst.
De rechtbank overweegt als volgt:
Indien een procespartij de voor de beslissing
van belang zijnde feiten niet volledig en naar waarheid naar voren brengt, mag
de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die haar geraden voorkomt (artikel
21 Rv). De man heeft de waarheidsplicht geschonden: hij heeft in zijn
conclusie van antwoord verzwegen dat hij een bankafschrift van de spaarrekening
heeft vervalst, zodat de vrouw minder geld kreeg dan waar zij eigenlijk recht op had. Later in de procedure heeft de man deze vervalsing alsnog
erkend maar deze erkenning was geen spontane actie. De erkenning volgde pas nadat de vrouw op gemotiveerde en onderbouwde wijze had gewezen op de ongerijmdheid van hetgeen de man naar voren had gebracht. De vordering van de vrouw is niet
alleen toewijsbaar op de grondslag van schending van de processuele
waarheidsplicht, maar tevens op de grondslag van opzettelijke verzwijging
(artikel 1:135 lid 3 BW). De man erkent tevens dat hij ook de waarde van de
aandelenportefeuille te laag heeft opgegeven aan de vrouw, stellende: ‘De
man heeft een grove fout begaan en erkent dit.’ De rechtbank begrijpt dat de man ook hier erkent dat hij zich heeft bezondigd aan opzettelijke verzwijging.
Reeds op die grondslag is de vordering toewijsbaar. Voorts herhaalt de
rechtbank haar oordeel dat de vordering mede toewijsbaar is op schending door de man van zijn processuele waarheidsplicht. De rechtbank veroordeelt de man dan ook om de 'meerwaarde' van beide vermogensbestanddelen geheel aan de vrouw te voldoen en veroordeelt de man tevens in de volledige proceskosten van de vrouw.