Alimentatie wordt vastgesteld op basis van behoefte en draagkracht, maar soms komt ook de behoeftigheid ter sprake. Het gaat dan om de vraag of van iemand in redelijkheid kan worden verwacht dat hij/zij in de eigen behoefte voorziet. Bijvoorbeeld door meer te gaan werken. Behoeftigheid is een ander woord voor verdiencapaciteit of het ontbreken daarvan. De behoeftigheid komt dus niet ter sprake als het om kinderalimentatie gaat. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders. Maar geldt dat ook voor jong-meerderjarigen? Als ouders klagen dat het kind niets uitvoert maar op de bank hangt, terwijl hij of zij gelet op zijn leeftijd (18-plus) kan gaan werken omdat hij/zij niet wil leren, dan gaat het om de behoeftigheid. De behoeftigheid komt soms ook aan de orde als een ouder zich beklaagt dat er weliswaar een studie wordt gevolgd maar dat er geen contact meer is, laat staan dat de ouder op de hoogte wordt gehouden van de studieresultaten zoals in het ouderschapsplan destijds is overeengekomen.
Aan een jong-meerderjarige (tussen 18 en 21 jaar) mag echter de eis van'behoeftigheid' niet worden gesteld (HR 30 september 2016,
ECLI:NL:HR:2016:2234).Dat betekent dat de
onderhoudsverplichting van ouders ook geldt voor jongmeerderjarige kinderen die
niet behoeftig zijn doordat zij in hun eigen levensonderhoud zouden kunnen
voorzien, bijvoorbeeld door te werken. Op de jongmeerderjarige rust geen
verplichting om zijn/haar verdiencapaciteit te benutten, noch de verplichting
om (bestaande) mogelijkheden door middel van een (bij-)baantje een eigen
inkomen te verwerven, te benutten. Dat betekent echter niet dat eigen inkomsten
van de jongmeerderjarige geen invloed zouden
kunnen
hebben op de alimentatie.
Deze inkomsten zijn immers wel van belang voor de omvang van de behoefte van de
jongmeerderjarige aan een onderhoudsbijdrage. Inkomsten uit een bijbaantje kunnen dus worden meegenomen bij de vaststelling van de behoefte aan een bijdrage, maar vaak worden deze bescheiden inkomsten niet meegenomen en wordt het bijbaantje vooral gezien als een leerervaring.
Volgens de door de Expertgroep Alimentatie geformuleerde alimentatienormen
kunnen
structurele
eigen inkomsten van een jongmeerderjarige de behoefte
verlagen en is de ontvangen zorgtoeslag aan
te merken als behoefteverlagend.
Voor een studerende jong-meerderjarige wordt voor de vaststelling van de behoefte aansluiting gezocht bij de WSF-normen. Sommige ouders zijn in de veronderstelling dat de door DUO vastgestelde ouderbijdrage de eerder vastgestelde alimentatie als het ware kan vervangen. Dat is niet zo. Kinderalimentatie wordt vastgesteld aan de hand van de wettelijke maatstaven die hun invulling hebben gekregen in de Trema-normen.
Voor een niet studerende jong-meerderjarige zal de alimentatie gelijk blijven aan het bedrag dat voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd gold. Ook als hij/ zij hele dagen op de bank hangt.