Indien de onderhoudsgerechtigde een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt (voorheen: bijstand) dan kan de gemeentelijke sociale dienst (een gedeelte van) de bijstandsuitkering verhalen op de onderhoudsplichtige. De gemeente kan de onderhoudsplichtige zelf benaderen of de onderhoudsplichtige de opdracht daartoe geven. Zelfs wanneer partijen samen andere afspraken hebben gemaakt, bijvoorbeeld door een nihilbeding op te nemen in hun convenant, waarbij over een weer wordt afgezien van alimentatie, met een niet-wijzigingsbeding. De gemeente is daaraan niet gehouden. De geïnde alimentatie wordt in mindering gebracht op de verstrekte uitkering.
Als de onderhoudsplichtige een bijstandsuitkering ontvangt zal de alimentatie minimaal zijn. Als beiden een bijstanduitkering ontvangen zal er niet verhaald worden.
Een opmerkelijke uitspraak in dit verband: Rechtbank Den
Haag 19 december 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:13713
Aanleiding voor deze uitspraak: de advocaat verzoekt namens de vrouw aan de rechtbank Den Haag om de door de man aan haar te betalen kinderalimentatie vast te
stellen op € 164 per kind per maand. De rechtbank overweegt als volgt: Op dit moment ontvangt de man een uitkering op
grond van de Participatiewet. De rechtbank acht het standpunt van de vrouw dat er
sprake is van verdiencapaciteit aan de zijde van de man niet of althans onvoldoende
onderbouwd. De rechtbank is van oordeel dat de draagkracht van de man de minimale
draagkracht bedraagt, namelijk € 50 per maand. De man heeft ter zitting verklaard
dit bedrag te willen betalen. De rechtbank stelt dit bedrag vast als bijdrage
van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De rechtbank merkt echter nog op dat, hoewel het de vrouw vrij staat deze procedure te
voeren, het financiële belang van de vrouw niet opweegt tegen de met deze procedure
gemoeide maatschappelijke kosten. De vrouw (procederend op toevoeging) had geen financieel belang bij deze
procedure, omdat de bijdrage van de man zal worden verrekend met haar uitkering
krachtens de Participatiewet. Gesteld noch gebleken is dat de gemeente de vrouw heeft
gesommeerd deze procedure te voeren. Tegenover het belang van de vrouw staan de kosten
van de toevoegingen van beide partijen voor advocaten (en tolken), en de kosten
van de procedure van de rechtbank. De advocaat van de vrouw had zich er bij het
starten van deze procedure rekenschap van mogen geven dat een procedure als
deze de budgetten voor gefinancierde rechtsbijstand uitholt, waar advocaten
(terecht) klagen dat de vergoedingen voor complexe zaken de kosten niet dekken.