De Wet Herziening Partneralimentatiezal in werking treden op 1 januari 2020 en houdt kort gezegd een
verkorting van de alimentatietermijn van maximaal 12 jaar naar de helft van
de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar in. Maar hierop gelden de volgende uitzonderingen:
Indien er zorg is
voor jonge kinderen, dan eindigt de onderhoudsverplichting niet eerder
dan dat het jongste kind de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt.;
Bij een langdurig
huwelijk (langer dan vijftien jaar), waarbij de leeftijd van de
alimentatiegerechtigde ten hoogste tien jaar lager is dan de voor hem of
haar geldende AOW-leeftijd, kan de partneralimentatie maximaal tien jaar
duren (maximaal tot het bereiken van de AOW-leeftijd);
Bij een langdurig
huwelijk (langer dan vijftien jaar) waarbij de alimentatiegerechtigde
bovendien vijftig jaar of ouder is (maar nog geen 57 zodat de
uitzondering hiervoor niet geldt), heeft diegene recht op maximaal tien
jaar partneralimentatie. Deze extra uitzondering vervalt zeven jaar na
de inwerkingtreding van de wet.
De langste maximale termijn geldt. Dus als het huwelijk 13 jaar
heeft geduurd en het jongste kind is op het moment van indiening van het
echtscheidingsverzoek 10 jaar, dan is de maximale duur 5 jaar (helft van de
duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar) en niet 2 jaar (hoewel het
kind al na 2 jaar 12 jaar is).
De nieuwe wet zal van toepassing zijn op alle
echtscheidingsverzoeken ingediend vanaf 1 januari 2020. Het wetsvoorstel
heeft dus geen consequenties voor bestaande alimentatieverplichtingen.
Wanneer er in de echtscheidingsprocedure nog geen beslissing is genomen over
partneralimentatie of partijen daar nog geen afspraken over hebben gemaakt,
dan blijft het moment van indiening van het echtscheidingsverzoek bepalend.
Is dat voor 1 januari 2020 ingediend, dan blijft de oude wet gelden, ook als
het alimentatieverzoek pas in 2023 wordt ingediend. De duur van de alimentatie wordt bepaald op basis van de wetgeving zoals die geldt tot 1 januari 2020. Het heeft ook geen zin om louter op basis van de nieuwe wet een verzoekschrift tot limitering van de eerder vastgestelde partneralimentatie in te dienen. Wel is het zo dat de inspanningsverplichting om in eigen levensonderhoud te voorzien steeds meer aandacht krijgt. De gewijzigde maatschappelijke opvattingen die hebben geleid tot de nieuwe wet, dringen uiteraard ook door tot in de rechtszaal. De alimentatiegerechtigde heeft een verplichting om zich in te spannen om zelf een inkomen te verwerven. Dat was al zo onder de "oude" wet en dat blijft zo. De nieuwe wet geeft dus een nieuwe maximumtermijn. Geen minimumtermijn!