Bij de vaststelling van de alimentatie wordt vaak getwist over de vraag of het ontvangen Persoonsgebonden Budget moet worden meegenomen als inkomen bij het bepalen van de draagkracht (aan de zijde van de alimentatieplichtige) of de behoefte (aan de zijde van de alimentatiegerechtigde). Getuige de volgende zaak die werd voorgelegd aan het Gerechtshof Leeuwarden.
Bij beschikking van 25 mei 2011 heeft de rechtbank Leeuwarden de door de vrouw aan de man te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de man (partneralimentatie) met ingang van de dag van ontbinding van het huwelijk van partijen bepaald op € 1.200,- per maand. De vrouw (moeder van een zoon met beperkingen) ontvangt inkomsten uit een persoonsgebonden budget, dat aan haar zoon is toegekend. De rechtbank oordeelt dat de vrouw voldoende draagkracht heeft op basis van dit inkomen om partneralimentatie aan de vader te betalen.De vrouw gaat tegen deze beslissing in hoger beroep.
Bij beroepschrift heeft de vrouw verzocht de beschikking te vernietigen ende door de vrouw aan de man te betalen partneralimentatie te bepalen op nihil. De vrouw en de man verschillen van mening over de vraag of het salaris dat de vrouw vanuit het aan haar kind toegekende Persoonsgebonden Budget (PGB) ontvangt voor de door haar aan haar kind verleende zorg als inkomen in de berekening van haar draagkracht dient te worden meegenomen.
Het hof stelt voorop dat het PGB bestemd is voor het inkopen van zorg en daarom voor de zoon geen inkomen als bedoeld in de Wet op de Inkomstenbelasting vormt. Het hof is echter, anders dan de vrouw, van oordeel dat het salaris dat de vrouw vanuit dit PGB ontvangt wel degelijk als inkomen dient te worden aangemerkt. Het hof neemt daartoe in aanmerking dat sprake is van een vergoeding voor door de vrouw ten behoeve van de zoon verrichte arbeid, die blijkens de aangifte inkomstenbelasting ook aan de Belastingdienst wordt opgegeven als inkomen uit arbeid. Nu de ontvangen vergoeding in beginsel ter vrije besteding van de vrouw staat is er dan ook geen enkele reden om hiermee bij de berekening van de draagkracht geen rekening te houden.
Het hof komt tot de slotsom dat de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de partneralimentatie in stand blijft. Deze uitspraak van hetGerechtshof Leeuwarden van 31-01-2012 is terug te vinden op www.rechtspraak.nl onder kenmerk: ECLI:NL:GHLEE:2012:BV3456