Bij de bepaling van de draagkracht van een ondernemer dient volgens de Expertgroep Alimentatie te worden gekeken naar wat de ondernemer in redelijkheid aan inkomen uit de onderneming kan verwerven zonder de continuïteit van de onderneming in gevaar te brengen. Dat betekent dat een inschatting moet worden gemaakt van de toekomstige ontwikkelingen in de onderneming. Inzage in recente jaarstukken van de ondernemer is daarvoor onmisbaar. In de praktijk wordt vaak gerekend met het gemiddelde resultaat van de laatste drie jaren. Hoewel dat gemiddelde resultaat helpend kan zijn bij het maken van de prognose, is dat gemiddelde resultaat slechts één van de omstandigheden die bij het maken van de prognose een rol spelen. Een alimentatieberekening is toekomstgericht. Behaalde resultaten in het verleden geven geen garantie voor de toekomst. Toch wordt bij een jaarlijks om en nabij gelijk resultaat geconcludeerd dat het resultaat zich zal voortzetten. Bij wisselende resultaten wordt er gemiddeld en bij een dalende of stijgende lijn, wordt rekening gehouden met het doorzetten van die trend. Beter is het om bij de cijfers een toelichting te geven. Hoe is de markt en de concurrentie waarin wordt geopereerd? Hoe zit het met de investeringen? Zijn er investeringen geweest of zijn die juist nodig? Hoe staat het met de reserves in de onderneming? Een goed beargumenteerde prognose is net zo onmisbaar als de cijfers en mag niet ontbreken in een procedure waarin de alimentatie in geschil is.