Een onderhoudsplicht bestaat alleen voor zover de onderhoudsgerechtigde niet in eigen levensonderhoud kan voorzien. Eigen inkomsten van de onderhoudsgerechtigde, ook die uit vermogen, verminderen de behoefte aan een bijdrage, oftewel de behoeftigheid. Onder inkomsten worden zowel de daadwerkelijke inkomsten als de in redelijkheid te verwerven inkomsten verstaan. Indien de onderhoudsgerechtigde geen inkomsten heeft, wordt rekening gehouden met het vermogen van de onderhoudsgerechtigde om inkomsten te verwerven (verdiencapaciteit). Daarbij zijn alle omstandigheden van belang, waaronder de opleiding, de werkervaring, de geboden tijd om werk te zoeken of gelegenheid om om te scholen, de gezondheid en de zorg voor kinderen.
In geval sprake is van vermogen, kan het onder omstandigheden redelijk zijn te verlangen om op dit vermogen in te teren.
De traditionele rolverdeling tijdens het huwelijk (man werkt/vrouw zorgt voor de kinderen) belet tegenwoordig niet dat ook van de vrouw wordt verlangd dat zij in ieder geval probeert om in eigen levensonderhoud te voorzien. Daarbij doet niet zoveel terzake meer of het een gezamenlijke keuze was of niet, om het werk (gedeeltelijk) op te geven om voor de kinderen te zorgen. En dus wordt vaak gevraagd naar bewijzen van de inspanningen die zijn verricht om aan werk te komen of het bestaande parttime dienstverband uit te breiden.
Het feit dat iemand lange tijd niet gewerkt heeft, kan het vinden van een baan lastiger maken. Desalniettemin wordt wel de inspanning gevraagd om werk te vinden. Het inkomen na herintreden, zal waarschijnlijk achterblijven bij het inkomen van degene die altijd voorrang heeft gegeven aan de carrière. Eenmaal een inkomen verworven betekent dan ook niet dat daarmee volledig in eigen levensonderhoud kan worden voorzien. Een inkomen op minimum niveau is weliswaar voldoende om in de basisbehoeften te voorzien, maar voor de vaststelling van de behoefte van de onderhoudsgerechtigde wordt gekeken naar de welstand tijdens het huwelijk. Bij een hoog inkomen van de ex-partner die de welstand tijdens het huwelijk bepaalde, zal een laag inkomen van de onderhoudsgerechtigde, niet direct betekenen dat er geen partneralimentatie zal worden vastgesteld.