Huwelijkse voorwaarden (HVW) zijn niet alleen bedoeld om de verplichtingen ten opzichte van elkaar als echtgenoten te regelen. HVW bieden ook bescherming tegen schuldeisers. Indien bijvoorbeeld één van partijen een onderneming drijft in de vorm van een eenmanszaak, kunnen schuldeisers hun vorderingen ook op het privévermogen verhalen. Met het sluiten van HVW kan worden voorkomen dat ook het vermogen van de niet ondernemende echtgenoot wordt uitgewonnen. HVW worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Door inschrijving van de huwelijkse
voorwaarden kunnen zij aan derden worden tegengeworpen. Zonder die inschrijving in het huwelijksgoederenregister bieden de HVW geen bescherming tegen schuldeisers. De HVW hebben dus interne werking in de onderlinge verhouding tussen de echtgenoten en (door inschrijving) externe werking ten opzichte van de schuldeisers.
De HVW regelen de onderlinge verhouding voor de duur van het huwelijk en bepalen hoe er moet worden afgewikkeld na ontbinding van het huwelijk door echtscheiding. Zo kan zijn bepaald in de HVW in welke verhouding partijen bijdragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding en wanneer en in welke verhouding het overgespaarde inkomen dient te worden verdeeld. Aan een periodiek verrekenbeding wordt door de echtgenoten tijdens het huwelijk niet vaak uitvoering gegeven. Ook andere verplichtingen uit de HVW worden niet altijd nageleefd tijdens het huwelijk. Het niet-naleven van de verplichtingen krachtens de HVW door de echtgenoten kan echter niet worden ingeroepen door de schuldeisers als argument om te bewerkstelligen dat de HVW opzij worden geschoven. Zo oordeelde de Voorzieningenrechter in Kort Geding ter opheffing van een beslag op inboedel en gezamenlijke bankrekeningen gelegd door de verhuurder vanwege een huurachterstand. De man was huurder en veroordeeld om de achterstallige huur te betalen. Het executoriaal beslag moest echter worden opgeheven. De rechter overwoog dat partijen weliswaar geen uitvoering hadden gegeven aan het in hun HVW opgenomen periodiek verrekenbeding maar dat maakt nog niet dat er tussen hen beiden een gemeenschap van goederen is ontstaan.Verrekening heeft immers enkel interne werking. Het voorgaande brengt met zich dat er geen rechtsgrond is uit hoofde waarvan de schuldeiser het door hem gelegde (executoriale) beslag ten aanzien van de aan de vrouw in eigendom toebehorende goederen kan uitwinnen.
Voorzieningenrechter Rechtbank Limburg 1 oktober 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:7408