Indien er sprake is van een wijziging van omstandigheden waardoor de eerder vastgelegde alimentatie niet meer voldoet aan de wettelijke maatstaven, dan kan een wijzigingsverzoek worden ingediend bij de rechtbank. Volgens artikel 1:402 BW kan de rechter de ingangsdatum van de wijziging alimentatie zelf bepalen. De meest gangbare ingangsdatum is de datum indiening verzoekschrift omdat de onderhoudsgerechtigde vanaf die datum rekening kan houden met de verlaging. Ook kan als datum worden gekozen de datum waarop de omstandigheden zijn gewijzigd, zeker wanneer deze wijziging is gecommuniceerd met de alimentatiegerechtigde. Een verlaging van de alimentatie met terugwerkende kracht heeft echter grote gevolgen voor degene die alimentatie ontvangt. Daarom dient de rechter behoedzaam om te gaan met deze bevoegdheid. In welke gevallen dient daadwerkelijk te worden terugbetaald?
Aangezien de rechter zelf kan beslissen op welke datum de wijziging intreedt, dient de rechter met in acht neming van alle omstandigheden van het geval, te oordelen of en in hoeverre in redelijkheid terugbetaling kan worden verlangd van de onderhoudsgerechtigde. In de eerste plaats is natuurlijk van belang dat het verzoek tot wijziging met terugwerkende kracht voldoende is onderbouwd. Niet alleen de reden waarom men gewacht heeft met het indienen van het verzoek moet valide zijn maar ook dient het verzoek voorzien te worden van de nodige berekeningen en onderliggende bescheiden. Te lang stilzitten kan voor eigen rekening en risico komen dus zelfs een goed onderbouwd verzoek is geen garantie dat de rechter ook daadwerkelijk met terugwerkende kracht een verlaging zal toekennen.
Een terugbetalingsverplichting kan voor de alimentatiegerechtigde voor grote problemen zorgen. Het is altijd goed om na te gaan wat er in de aanloop naar de procedure is gebeurd. Kon de alimentatiegerechtigde rekening houden met de wijziging? Wanneer bijvoorbeeld de alimentatieplichtige werkloos wordt en dit heeft medegedeeld, maar de alimentatiegerechtigde desondanks het LBIO inschakelt om de alimentatie in te vorderen, kan dat ertoe leiden dat de betaalde alimentatie kan worden teruggevorderd. Daarbij maakt het dan wel verschil of de alimentatiegerechtigde een keuze had. De kosten van de kinderen lopen ook gewoon door en als de alimentatiegerechtigde door een laag eigen inkomen afhankelijk is van de kinderalimentatie om in de kosten van de kinderen te voorzien, dan zal de rechter uiteindelijk vaak beslissen dat de kinderalimentatie wel omlaag gaat met ingang van de datum indiening verzoekschrift, maar dat hetgeen al betaald is, niet kan worden teruggevorderd.
Het is een misvatting om te denken dat men met het indienen van het verzoek gelijk kan beginnen met het lagere bedrag dat in het verzoekschrift wordt voorgesteld. De eerdere beschikking waarin het alimentatiebedrag is vastgelegd, blijft immers van kracht totdat op het verzoekschrift is beslist. Tussen het indienen van het verzoekschrift en de beslissing daarop verstrijkt ruim een half jaar. In de tussentijd kan met executoriale maatregelen zoals loonbeslag betaling worden afgedwongen. Dat is iets waar de alimentatieplichtige rekening mee dient te houden. Anderzijds dient de alimentatiegerechtigde er rekening mee te houden dat een te roekeloze invordering kan worden afgestraft met een terugbetalingsverplichting.
Dan zijn er nog omstandigheden aan de zijde van de alimentatiegerechtigde die voor een verlaging van de alimentatie kunnen zorgen maar die niet gemeld zijn aan de alimentatieplichtige. Bijvoorbeeld samenwonen als waren zij gehuwd. Als dat wordt verzwegen maar achteraf wordt vastgesteld zal dat leiden tot een terugbetalingsverplichting. Immers vanaf de vastgestelde datum samenwoning bestaat er geen recht meer op de alimentatie. Daarbij bestaat dus ook geen vrije keuze voor wat betreft de ingangsdatum.
Een hoger, niet gemeld, salaris hoeft niet direct voor een wijziging van de alimentatie te zorgen. Vaak is de alimentatie lager dan de eerder vastgestelde behoefte. Bovendien wordt de alimentatieberekening in zijn geheel opnieuw gemaakt en zijn er meestal meerdere wijzigingen geweest die van invloed zijn op de uitkomst van de berekening. Indien bijvoorbeeld de alimentatiegerechtigde meer is gaan verdienen, maar de alimentatieplichtige ook, hoeft dat per saldo dus nog geen verschil te maken voor de kinderalimentatie als voorheen slechts gedeeltelijk in de behoefte van de kinderen werd voorzien. Het kan echter zeker geen kwaad voor de alimentatieplichtige om af en toe eens te informeren. Als een hoger inkomen dan wordt verzwegen zou dat tevens wel eens gevolgen kunnen hebben voor de ingangsdatum.