De rechtsmacht in alimentatiezaken wordt bepaald door internationale regelingen en deze internationale regelingen hebben voorrang op nationale regelgeving. Op 30 januari 2009 is in werking getreden de Verordening (EG) betreffende de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen, kortweg de Alimentatieverordening genoemd. Doelstelling van de Alimentatieverordening is het voor een onderhoudsgerechtigde in een lidstaat van de EU gemakkelijker te maken om een beslissing inzake levensonderhoud te krijgen die eenvoudig uitvoerbaar is in een andere lidstaat. In de verordening wordt aangegeven dat geen enkele verwijzing naar de bevoegdheidsregels van het nationale recht van de lidstaten is toegestaan. De bevoegdheidsregels van het Nederlandse recht (art. 1-14 Rv) zijn daarmee niet van toepassing.
Indien de procedure aanhangig wordt gemaakt bij een gerecht van een lidstaat dat volgens de verordening niet bevoegd is, dan dient het gerecht zich ambtshalve onbevoegd te verklaren (artikel 10). Indien de rechter rechtsmacht ontleent aan een bepaling van de verordening, mag hij deze rechtsmacht niet afwijzen omdat hij meent dat de zaak onvoldoende aanknopingspunten met de rechtssfeer van het forum heeft.
Artikel 3 van de Alimentatieverordening bepaalt dat in de lidstaten bevoegd is het gerecht van de plaats waar de verweerder zijn gewone verblijfplaats heeft, of het gerecht van de plaats waar de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft, of de scheidingsrechter, of de rechter die over een maatregel betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid moet beslissen.
Artikel 4 geeft partijen de mogelijkheid van een keuze, behalve wanneer het gaat om alimentatie voor een kind dat jonger is dan 18 jaar. Lid 1 geeft aan waaruit gekozen kan worden: de rechter van de lidstaat waar één van de partijen zijn gewone verblijfplaats heeft of waarvan één hunner de nationaliteit heeft of – in geval van – de bevoegde echtscheidingsrechter of de rechter van de lidstaat waar de echtgenoten laatstelijk ten minste één jaar hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben gehad. Peilmoment is het moment waarop de forumkeuze wordt uitgebracht dan wel het tijdstip waarop de zaak aanhangig wordt gemaakt. Degezamenlijkeforumkeuze dient schriftelijk te zijn vastgelegd.