Het aantal Nederlanders dat in België woont is aanzienlijk. Voor hen geldt dat de Nederlandse rechter bevoegd blijft om de echtscheiding uit te spreken op gemeenschappelijk verzoek. Indien gekozen wordt voor mediation is het dus altijd mogelijk om hier in Nederland samen de echtscheiding aan te vragen ook al heeft men niet het plan om terug te keren naar Nederland.
In België wonende Nederlanders kunnen de echtscheidingsprocedure niet op eenzijdig verzoek in Nederland aanhangig maken. De Nederbelg die de echtscheiding hier in Nederland aanhangig wil maken zal dus terug moeten verhuizen naar Nederland. Als de verzoekende partij gedurende een half jaar in Nederland woont kan hij/zij de echtscheidingsprocedure in Nederland aanhangig maken ook al is de ander in België achtergebleven. De in België wonende Nederbelg kan ook een eenzijdig echtscheidingsverzoek in Nederland indienen indien de ander (de verweerder) is teruggekeerd naar Nederland.
De Nederlandse rechter zal voor de vraag of hij bevoegd is van een verzoek tot echtscheiding kennis te nemen, acht moeten slaan op de EG-verordening 2201/2003 (beter bekend als: Brussel IIbis) en in voorkomende gevallen op artikel 1 tot en met 14 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Volgens de Brussel IIbis-verordening is de Nederlandse rechter onder meer bevoegd indien de echtgenoten beiden de Nederlandse nationaliteit hebben.De Brussel IIbis-Verordening waarin de bevoegdheid is geregeld is van toepassing op procedures tot echtscheiding en op beslissingen die in de echtscheidingsprocedure moeten worden genomen over gemeenschappelijke kinderen van de echtgenoten.Artikel 10:56 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) stelt toepassing van Nederlands recht als hoofdregel voorop.Dat de Nederlandse rechter bevoegd is om de echtscheiding uit te spreken betekent echter niet dat de Nederlandse rechter ook automatisch het Nederlands recht moet toepassen op de overige te beslissen kwesties, zoals de vaststelling van alimentatie.
Wat gebeurt er nu indien de achtergebleven partij een procedure start in Nederland en de naar Nederland teruggekeerde partij al een echtscheidingsprocedure is gestart in België. Welke rechter is dan bevoegd? Er is dan sprake van ‘litispendentie’ (de zaak is reeds aanhangig bij een buitenlandse rechter). In een dergelijk geval bepaalt Brussel IIbis dat de Nederlandse rechter de procedure aan moet houden totdat de bevoegdheid van de Belgische rechter waar het eerdere verzoek is ingediend, vaststaat. Indien deze bevoegdheid vaststaat dient de Nederlandse rechter de zaak naar de Belgische rechter te verwijzen en kan de echtscheiding dus niet in Nederland uitgesproken worden.