De Geschillencommissie KIFID, het financiële klachteninstituut, heeft op 2 juni 2023 een voor de scheidingspraktijk interessante uitspraak gedaan. Het betrof een geschil tussen de ABNAMRO bank en een consument die samen met zijn (ex) echtgenote een hypothecaire geldlening had afgesloten, bestaande uit verschillende leningdelen, tegen een zeer gunstig rentetarief. De man deed zijn beklag bij het KIFID omdat zijn vrouw twee leningdelen had kunnen voortzetten (met zijn toestemming) tegen het gunstige tarief en toen hij zelf het andere leningdeel wilde voortzetten bij de aankoop van een woning, gaf de bank geen akkoord. De consument heeft volgens het KIFID geen recht op toepassing van de zogenaamde verhuisregeling. De bank heeft beleidsvrijheid met betrekking tot het aanbieden van de verhuisregeling en ABNAMRO biedt niet de mogelijkheid om bij (echt)scheiding de oude lening te splitsen en mee te nemen naar twee afzonderlijke nieuwe leningen. Dit beleid is volgens het KIFID naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
Het is dus zaak om ook bij de echtscheiding te onderhandelen over wie van de twee partners uiteindelijk gebruik kan maken van de verhuisregeling met betrekking tot de eerder afgesloten hypotheek. Een eerder samen afgesloten hypotheek met een lage rente levert immers op termijn een behoorlijk voordeel op als de rente inmiddels is gestegen. Als beiden na de scheiding een eigen woning willen financieren met een hypotheek dan zal slechts één van partijen gebruik kunnen maken van de verhuisregeling. De een zal de ander toestemming moeten geven om gebruik te maken van de verhuisregeling en daar mag best wat (geldelijke) compensatie tegenover staan. De bank kan overigens meer voorwaarden stellen om gebruik te kunnen maken van een verhuisregeling.