Wangedrag van de ene ex-echtgenoot ten opzichte van de andere ex-echtgenoot kan een einde maken aan de partneralimentatie. We hebben het dan wel over wangedrag in extreme vorm. Een echtscheiding kan met veel strijd gepaard gaan. Uit boosheid, verdriet en frustratie laten mensen zich van hun slechtste kant zien en verliezen soms hun zelfbeheersing. Niet goed te praten maar begrijpelijk gelet op het feit dat een echtscheiding één van de meest stressvolle gebeurtenissen is die een mens kan meemaken. Het is op zichzelf niet ongebruikelijk is dat een echtscheiding gepaard gaat met de nodige emoties. Niet iedere vorm van wangedrag dan wel grievend gedrag is daarom aanleiding om de onderhoudsverplichting te beëindigen dan wel te matigen. Een uit de hand gelopen ruzie maakt nog geen einde aan de partneralimentatie.
Wat dan wel? Voorbeelden daarvan zijn te vinden in twee uitspraken van het Hof Den Haag uit 2019.
In het ene geval ( ECLI:NL:GHDHA:2019:330) ging het om ouderverstoting als grond voor de beëindiging van de partneralimentatie. De inmiddels meerderjarige dochter van partijen had na lange tijd weer contact met haar vader en verklaarde dat zij jarenlang was gemanipuleerd door haar moeder waardoor zij zelf van de slechtheid van haar vader overtuigd was geraakt en geen contact wilde. Ten onrechte, zo bleek na het herstel van het contact met haar vader. Haar moeder had inmiddels het contact met haar verbroken.
In het andere geval (ECLI:NL:GHDHA:2019:2778) ging het om een vrouw die zonder medeweten van haar ex- man had ingelogd op zijn e-mailaccount en zij had een aantal e-mails van de man (waaruit bleek dat hij producten van zijn werkgever doorverkocht aan bestaande klanten, zonder de opbrengst aan zijn werkgever af te staan) doorgestuurd naar de werkgever van de man. Dit gedrag werd zodanig grievend geacht dat het tot de conclusie leidde dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om een (volledige) bijdrage in het levensonderhoud te verlangen (vgl. HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2058). De vrouw had bewust schade aan de bestaanszekerheid van de man toegebracht. De emoties vanwege de voortdurende problemen tussen partijen na hun scheiding vormden daarvoor geen rechtvaardiging. Dat de man niet valselijk door de vrouw was beschuldigd maakte dat niet anders.
De alimentatieverplichting kan door de rechter worden beëindigd, worden gelimiteerd, of op nihil worden gesteld op grond van omstandigheden die naar hun aard niet meer voor wijziging vatbaar zijn, maar dat gebeurd alleen bij zodanig grievend gedag dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om een bijdrage in het levensonderhoud te verlangen van de ander.